INSPIRATIEBERICHT

Pelgrim

Inspiratiebericht voor zondag 24 juli (zondag na Pinksteren 12)

Peter ging op pelgrimstocht. 40 dagen was hij onder weg. Fysiek, mentaal en geestelijk was hij voor zijn tocht goed voorbereid. Na terugkomst deed hij zijn verhaal.

Iedere zondag vieren we in onze kerk. Dat doen we met een Eucharistieviering of met een Dienst van Schrift en Gebed. Iedere zondag? Nee, als de vierde zondag een zogenaamde ‘groene zondag’ is, dan is er geen dienst in onze kerk. Nu komt dat niet zo vaak voor in een jaar, want in de advent, de kerstijd, de veertigdagentijd en de paastijd vieren we ook op de vierde zondag.
Om toch wat inspiratie mee te geven in de aanloop naar een ‘groene vierde zondag’ onderstaande tekst.
Wij hopen dat u op deze manier (en wellicht viert u deze zondag online mee met de viering in de kathedraal) iets van de zondag kunt vieren. De tekst is deze keer geschreven door emeritus pastoor Piet Coemans.

Een goede en gezegende zondag gewenst en met hartelijke groet,
uw pastores


Evangelie (Lucas 11, 1-13 / NBV 21)
1Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ 2Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan: “Vader, laat uw naam geheiligd worden en laat uw koninkrijk komen.3Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.4Vergeef ons onze zonden,want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is.En breng ons niet in beproeving.”’5Daarna zei Hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, 6want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” 7En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” 8Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend onbeschaamd aandringt, en hem alles geven wat hij nodig heeft. 9Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 10Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 11Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? 12Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!’


Overweging
Peter ging op pelgrimstocht. Veertig dagen was hij onderweg. Fysiek, mentaal en geestelijk was hij voor zijn tocht goed voorbereid. Na terugkomst deed hij zijn verhaal. Zo vertelde hij dat hij voortdurend honger had. Zijn lichaam verbruikte zoveel energie dat zijn maag voortdurend knorde. Hij kocht zijn eten, maar het was ook al eens gebeurd dat iemand hem zomaar uitnodigde mee te eten of geld gaf om gaan te eten. Maar die honger was, bij wijze van spreken, onvoorstelbaar. Andere ervaringen gingen over de ontvangst als vreemdeling. Weer goede ervaringen maar ook slechte ervaringen. Zo bijvoorbeeld wees een burgemeester hem een grasveldje aan op een kerkhof waar hij zijn tentje voor die nacht kon opzetten. Het gebeurde dat hij aanklopte om drinkwater, maar het werd hem geweigerd. ‘Dan maakte ik een vuist in mijn broekzak en moest op mijn tanden bijten om mij te beheersen. Ik voelde mij behandeld als een straathond.’
De tocht was zwaar vanwege de eenzaamheid. Soms ging hij erbij zitten, een enkele keer stond hij op het punt het op te geven, terug naar huis. Gelukkig hadden vrienden het begrepen. Iemand is hem nagereisd en twee dagen met hem mee getrokken. De bekoring was groot. Maar hij kon weer verder.
Drie aspecten van de reiziger: dagelijks voedsel voor onder weg; een barmhartige houding naar medemensen; de verleiding af te wijken.

Op reis, voortdurend onderweg, net als Jezus, met haltes, met stiltes. De situatie is tot spiegelbeeld, wat ik mee maak is als een bevraging. Jezus plaatst de grote momenten van zijn leven in het aanschijn van God, in beschouwing en gebed. Aldus Lucas.
En in het gebed dat Jezus ons aanreikt, herkennen wij ons zelf als zijnde op weg.

Lucas plaatst het gebed des Heren tijdens de reis van Jezus: ergens was Hij aan het bidden. Het reizen is eigen aan Lucas. Ook het boek Handelingen is een groot reisverhaal en daar worden de christenen genoemd: ‘mensen van de weg’. Aan mensen van de weg wordt een reisgebed aangeboden: het Onze Vader.
In het eerste gedeelte van het Onze Vader komt Gods naam ter sprake.

  • Het gaat om Zijn Naam en om de komst van Zijn Koninkrijk. Het gaat om ons brood van vandaag en onze schuld van gisteren. We mogen God aanspreken als “Vader”. Iemand bij wie je thuis bent, voor wie je geen angst hebt.
  • En als we ónze Vader bidden, doen we dat in het besef dat we hier op aarde allemaal elkaars broeders en zusters zijn.
  •  “Uw naam worden geheiligd” betekent: dat wij uw Naam waar mogen maken. Dat wij uw Naam laten maken in deze wereld, zoals een knappe dokter of een zanger naam maakt.

Wanneer wij het tweede gedeelte van het gebed bidden, dan komen wij datgene tegen wat onontbeerlijk is voor reizigers, wat heel concreet is voor mensen die voortdurend op weg zijn.

  • ik heb nood aan brood voor de tijd die voor me ligt, niet te weinig, niet te veel; maar niet alleen ik, wij, wij allen hier, wij mensen van deze aarde, wereldwijd.
  • Ik heb nood aan barmhartigheid, ik leef voor een groot stuk dankzij de barmhartigheid van mijn partner, van mijn medemens, van God. ‘Waar mensen zijn wordt er gemensd’ en is er geen vergeving, verzoening, barmhartigheid aanwezig, dan wordt de reis een hel. En dat geldt niet alleen voor mezelf, het geldt voor ons allen: wij allen, aan elkaar gegeven, bestaan vanuit barmhartigheid.
  • En dan de verleiding, de bekoring het op te geven, af te wijken van mijn reisdoel. En niet alleen ik, wij allen zijn daar onderhevig aan. Wij bidden daarom ook dat de Vader ons daardoor heen zou voeren zonder te veel kleerscheuren.

Tijdens onze pelgrimstocht kunnen wij bidden:
God, onze Vader,
wij danken U omdat wij thuis zijn
in uw genegenheid van elk moment
Zet uw liefde door in ons leven!
Met vreugde spreken wij uw Naam uit.
Ons hart staat open voor uw plan.
Met vertrouwen vragen wij U:
geef aan onze wereld en aan ons
alles wat nodig is om te bestaan,
brood en vergeving.
En schenk ons in alles de hoogste gave,
de liefde van uw heilige Geest. Amen