Inspiratiebericht

Inspiratiebericht voor zondag 27 februari (zondag na Epifanie 8)

Op de dag na de nacht dat Rusland Oekraïne binnenvalt, mediteer ik over dit evangelie. Hoe woorden voor inspiratie te vinden bij de afschuwelijke gebeurtenissen in onze wereld? We houden onze adem in.

Ieder zondag vieren we in onze kerk. Dat doen we met een Eucharistieviering of met een Dienst van Schrift en Gebed. Iedere zondag? Nee, als de vierde zondag een zogenaamde ‘groene zondag’ is, dan is er geen dienst in onze kerk. Nu komt dat niet zo vaak voor in een jaar, want in de advent, de kerstijd, de veertigdagentijd en de paastijd vieren we ook op de vierde zondag.
Om toch wat inspiratie mee te geven in de aanloop naar een ‘groene vierde zondag’ onderstaande tekst.
Wij hopen dat u op deze manier (en wellicht viert u deze zondag online mee met de viering in de kathedraal) iets van de zondag kunt vieren.
Een goede en gezegende zondag gewenst en met hartelijke groet,
uw pastores

Lucas 6, 39-49
Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet samen in een kuil? Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester. Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen. Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg? Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij Me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat Ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’

Overweging
Op de dag na de nacht dat Rusland Oekraïne binnenvalt, mediteer ik over dit evangelie. Hoe nu woorden voor inspiratie te vinden bij de afschuwelijke gebeurtenissen in onze wereld? We houden immers vooral onze adem in, nu het verloop zo grillig en onzeker is gebleken. De diplomatie heeft gefaald, politieke leiders verwijten zichzelf naïviteit, omdat ze niet zagen wat de werkelijkheid was die op ons toekwam. Niet zagen, en dan laat ik maar in het midden of ze het niet konden of niet wilden zien.
Zo ontkom ik er niet aan om splinters in de ogen van wereldleiders te zien, die ik nog liever balken zou noemen. Maar wie ben ik en wie zijn wij, om te kunnen oordelen over goed en slecht? De balk in mijn eigen oog ontneemt me het goede zicht. Wat mij rest is goed luisteren en kijken. En vooral niet te snel spreken, maar nuances zoeken die de hoop op vrede in leven houden. De hoop waarover Huub Oosterhuis in psalm 92 dicht:

Hoge ceder, zo oud en weerloos
jij zal weer bloeien
jong en groen.

Leven met hoop vraagt van ons dat we goed geworteld zijn, aan stromen van levend water. Stevig op en in de grond staan, zodat we niet omvergeblazen worden door de machtigen der aarde. Geworteld zijn in de grond van geloof. Dat is immers ons fundament. Juist in de stormen van het leven kunnen we ervaren hoe stevig dat fundament is. De stormen van ernstige ziekte, van eenzaamheid, van de pandemie, van Eunice en nu dus ook van oorlog: ze doen ons wel op onze grondvesten schudden en trillen, maar ze krijgen ons niet omver. En dat zal indruk maken op de wereld, misschien alleen maar in onze nabije omgeving, maar ook dat heeft een doorwerking. Het zal indruk maken als wij niet te snel spreken en oordelen, maar wel staande blijven en hoop uitdragen. En dat dan niet naïef, maar vanuit het fundament van geloof getuigend: onze God is een vriend, die ons geluk schenkt. Een geluk dat Hij aan iedereen gunt, aan iedereen die niet als een stomkop handelt – want stomkoppen hebben geen weet van de God van liefde, aldus de dichter. Laten we het proberen, want het is cruciaal: laten we de hoop levend houden en ervan getuigen – in woord en daad. Dan zal de oude boom weer bloeien en zullen velen zich met ons verheugen.

Naar psalm 92(hertaald door Huub Oosterhuis)
Uw naam noemen is geluk,
dat U mijn vriend bent, morgen
zing ik, middag en avond.
Uw handen maakten mij goed
uw ziel bezielde mijn zangen –
ik wil mijn bestemming begrijpen.
Stomkoppen beseffen U niet.
Met onkruid wil U niet weten.
Daders slaan op de vlucht.
Maar de gerechte staat
als een boom aan het water
in uw hoven gedijend.
Hoge ceder, zo oud en weerloos
jij zal weer bloeien
jong en groen.

Gebed van de dag
Hoe heerlijk is het uw naam te loven,
God, en uw trouw te bezingen.
U maakt nieuwe mensen van ons
en bekleedt ons met onvergankelijkheid.
Mogen wij dan vruchten van goedheid voortbrengen,
vruchten die blijvend zijn.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U in de eenheid van de heilige Geest
leeft en leven geeft in de eeuwen der eeuwen.