Aswoensdag

Vandaag begint de veertigdagentijd met de viering van Aswoensdag. Omdat we vanwege de lockdown maatregelen geen viering kunnen houden in onze kerk verwijzen we u naar de online viering die uitgezonden wordt vanuit de kathedraal van Utrecht…

Digitaal askruisje en herderlijke groet van onze bisschoppen aan het begin van de veertigdagentijd

Vandaag begint de veertigdagentijd met de viering van Aswoensdag. Omdat we vanwege de lockdown maatregelen geen viering kunnen houden in onze kerk verwijzen we u naar de online viering die uitgezonden wordt vanuit de kathedraal van Utrecht (zie hiervoor de landelijke site: https://oudkatholiek.nl/). Deze viering begint om 19.00 uur.

Via deze weg ontvangen we een digitaal askruisje als teken van onze gezindheid tot bekering en als uitdrukking van onze sterfelijke natuur. Juist deze komende veertig dagen worden wij geroepen tot bezinning en gebed, tot grotere aandacht voor de liefde tot de naaste en tot het lezen en overdenken van Gods woord.

En bij het ontvangen klinken dan de woorden:
Gedenk, mens dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren.

Gebed van de dag
Eeuwige en barmhartige God,
die niets verafschuwt van hetgeen Gij gemaakt hebt
en die de zonden vergeeft
van al wie berouw toont,
schep in ons een nieuw en boetvaardig hart
en laat ons van U vergiffenis ontvangen.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U in de eenheid van de heilige Geest
leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen.

Hieronder vindt u de herderlijke groet van onze bisschoppen.
Wij wensen u allen een goede vastentijd toe. Moge we ons geloof verdiepen in bezinning en in actie.

Uw pastores, Leonie van Straaten en Wim van den Berg

Herderlijke groet bij het begin van de vastentijd

Zusters en broeders in Christus,

In de Marcuspassie roepen voorbijgangers allerlei commentaren naar Jezus. Ze doen het als hij gekruisigd is: red jezelf, kom af van het kruis, laat ons eens wat zien. Ze doen het ook al eerder in de passie, als ze verbaasd zijn dat een vrouw dichterbij Jezus komt dan zij gewenst vonden, en een buitenproportionele hoeveelheid kostbare zalf over het hoofd van Jezus gooit. Jezus wijst hen terecht: ze doet juist wat ze kan! Zulke ruimhartige aandacht, zulke overvloed, zoveel zorg, zo ziet het Evangelie er uit!

Sinds de Veertigdagentijd van vorig jaar is de coronacrisis het gesprek van de dag. Haast tot vervelens toe delen we in de litanie van de door corona getroffenen: ouderen en jongeren en al wie daar tussenin zit; diegenen die heel hard moeten werken in de zorg of het onderwijs en allen die plotseling geen werk meer hebben; idealisten die kansen zien voor een fundamenteel betere wereldorde en realisten die de vrijheid van de burger ernstig ingeperkt zien. Meer nog dan voorheen worden we geconfronteerd met de vraag op welke fundament we ons bestaan bouwen. Waar halen we hoop en vertrouwen vandaan? Wat kunnen we meer doen dan van de zijlijn commentaar leveren? Hoe voorkomen we dat we vervallen in onverschilligheid of cynisme?

Met vallen en opstaan hebben we in het afgelopen jaar in de zich steeds weer wijzigende omstandigheden onze weg als samenleving moeten vinden. Ook in onze parochies en staties zijn de pastoors en besturen op zoek gegaan naar mogelijkheden om de onderlinge band vast te houden of opnieuw vorm te geven. Juist omdat de vanzelfsprekende vormen van onderling contact wegvielen, zoals rond onze kerkdiensten, realiseerden we ons hoe belangrijk die momenten zijn en hoe je ze soms ook op andere manieren kan invullen. Wat waren mensen blij als ze een simpele groet, een kaartje, een boekje of een kaars van de parochie thuisbezorgd kregen! Hoeveel reistijd scheelde het vergaderen per zoom of teams niet. Hoe goed was het, dat de jongeren via het beeldscherm contact konden houden en ervaringen konden uitwisselen. Hoe wonderlijk was het om te merken hoe fijn het was als je elkaar toch weer even in levenden lijve kon ontmoeten, zelfs als je geen zoen of hand gaf en die verantwoorde afstand in acht nam.

Afstand en nabijheid zijn de kernwoorden van dit jaar: afstand om het leven veilig te houden, nabijheid om het leven menselijk te houden. Het zijn precies de woorden die onze verhouding tot God ook bepalen. In de Marcuspassie heeft Jezus het over de Machtige, en over de Mensenzoon, die met de wolken van de hemel zal komen. Gebruikelijke beelden, maar wel taal waarin je God kan zien als hoog verheven boven alles wat wij denken of doen. Tegelijkertijd komt de Heer in het evangelie ook heel dichtbij ons, zoals wanneer Hij bedroefd en angstig is zoals wij kunnen zijn.

Vandaag, evenmin als in de Marcuspassie, geeft de Heer altijd een gepast antwoord op de vragen die wij stellen. Dat kan ergernis opwekken, zoals de meeste mensen in de Marcuspassie zich aan Jezus geërgerd hebben. Toch kunnen wij erop vertrouwen dat dat er antwoord komt, zoals er in de geschiedenis van Israël en van de kerk altijd antwoord gekomen is. Geloven is nabij komen zoals de vrouw met de kruik deed. Geloven is een houding van vertrouwen dat God al dichtbij je is in alle hoogte- en dieptepunten van het leven. Geloven betekent daarom niet zoiets als ‘ik geloof het wel’, waarna je achterover leunt en niets meer doet of de wereld hooguit van je commentaren voorziet. Integendeel: geloven roept op tot verzet tegen ‘zo is het nu eenmaal’, alles wat zich als goddelijke macht aandient, mensen het idee geeft dat ze aan zichzelf zijn overgeleverd en dat je het op je eentje maar moet redden. Geloven is actieve toewijding aan alles wat Jezus door zijn passie en Pasen voor ons heeft geopend: nieuw leven.

Wat geeft ons moed in deze coronatijd? Dat we aan Gods toekomst toegewijd blijven! Dat we op weg daarnaartoe elkaar zien en kennen! Dat wij elkaar blijven vertellen en samen blijven vieren dat God ons ziet en kent – en ons nooit in de steek laat. Wat een troost is dat in een troosteloze wereld, wat een hoop en vertrouwen geeft dat voor wie twijfelt of moedeloos is, wat word je rijk als mens als je je medemens ontmoet als geschenk van God. Wij zijn allemaal geroepen om naar elkaar om te zien, en om alles wat we van God hebben gekregen, onze talenten en onze gebreken, onze overvloed en onze tekorten, in zijn naam ruimhartig met elkaar te delen.

Ooit is deze crisis weer voorbij. Mensen die dan leven zullen op ons terugkijken en dan hopelijk kunnen zeggen: in hun geloof hebben ze elkaar met Gods hulp staande gehouden en als iemand viel, hebben ze die overeind geholpen. Omdat ze elkaars lasten droegen, werden die licht. Zo verkondigden ze het kruis en de opstanding van degene die hen door de crisis heen naar het licht van de nieuwe schepping voorging: Jezus Christus de Heer. Wij wensen u een gezegende vastentijd.

Utrecht/Amsterdam, februari 2021

+ Barend Theodoor Wallet, aartsbisschop van Utrecht
+ Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem