In Memoriam Antonius Jan Glazemaker 1931-2018

In Amersfoort overleed vanmorgen Antonius Jan Glazemaker in de leeftijd van 86 jaar.

Antonius Jan was geen man van hemelbestormende theorieën, maar bleef stevig geworteld in de aarde (hij verloochende zijn afkomst uit een boerenfamilie niet) en was altijd gericht op mensen. In zijn preken werden Bijbelse teksten vaak verbonden met de actualiteit en werd de ironie ook niet geschuwd, en in alles gericht op een menswaardig leven. Die toon is ook terug te vinden in de herderlijke brief ‘In heilige verbondenheid’ die in februari 1992 verscheen en waarin een kerkelijk huwelijk na echtscheiding werd verdedigd. Trouw aan mensen spreekt ook uit de contacten met heel verschillende personen, die hij vaak tientallen jaren onderhield.

Gehuwd met Gerda de Groot begon hij in 1956 zijn pastorale loopbaan als pastoor te Leiden, gevolgd door het pastoraat van de grote parochie IJmuiden in 1963. In IJmuiden werden de beide dochters geboren. De jaren zestig en zeventig waren van groot belang voor zijn vorming: het Tweede Vaticaans Concilie betekende de ontdooiing van eeuwenlange bevroren verhoudingen tussen Oud-Katholieken en Rooms-Katholieken en de oecumene bloeide op. Antonius Jan genoot van deze nieuwe contacten en inzichten en heeft de oecumene ook als bisschop gediend, o.a. als lid van het Moderamen van de Raad van Kerken van Nederland.

In 1979 kwam de zetel van bisschop van Deventer open en de geestelijken van beide bisdommen bezorgden hem de eerste plek op de voordracht aan de aartsbisschop. Zo begonnen wij in hetzelfde jaar in het bisschoppelijk bestuur, hij als ‘Jan zonder Land’, zoals hij zich zelf ironisch betitelde en ik als secretaris. Drie jaar later, begin 1982, volgde zijn verkiezing tot Aartsbisschop van Utrecht.

De voorafgaande jaren waren niet makkelijk voor de kerk geweest, er was wat verkrampt gereageerd op de onstuimige maatschappelijke veranderingen en visie op hoe verder ontbrak. Er was een groot tekort aan geestelijken, zowel in het werkveld als in opleiding. Bisschop Glazemaker heeft de eerste jaren als bisschop nog de parochie Arnhem als herder moeten verzorgen. Het klimaat in de kerk veranderde sterk in de jaren tachtig, de kerk werd open en ook aantrekkelijk voor gelovigen uit andere tradities. Tien jaar later was het corps van geestelijken op volle sterkte en de gemiddelde leeftijd gedaald tot onder de vijftig jaar. Bestuurlijke wijzigingen zoals de instelling van het Collegiaal Bestuur (1982) en herziening van de Synode (1991) werden doorgevoerd. Bisschop Glazemaker had de synode altijd hoog in het vaandel en hechtte groot belang aan het synodaal proces. Slechts tweemaal gooide hij zijn bisschoppelijk gewicht in de schaal: eenmaal om de synode te overtuigen van het belang van de aanstelling van een consulent voor jeugdwerk en diaconaat en eenmaal om het project Parochie in Beraad over de streep te trekken.

Antonius Jan leefde in de liturgie. Al in zijn IJmuidense tijd was hij betrokken bij de liturgievernieuwing en als bisschop was hij mede bepalend voor het verschijnen van het Gezangboek (1990) en het Kerkboek (1992). Je moest overigens niet vreemd opkijken wanneer hij vlak voor een dienst nog veranderingen voorstelde. Wanneer hij in een parochie dienst had gedaan, kon de betreffende pastoor binnen een paar dagen een briefje verwachten, met daarin de zinsnede dat het goed was geweest, maar… en dan volgden wat kritische noten. Deze kattenbelletjes werden niet altijd in dank aanvaard, hoewel je met de waarnemingen best je voordeel kon doen. Tot vorig jaar kreeg de Liturgische werkgroep in zijn woonplaats Amersfoort nog een jaarlijkse overpeinzing van de diensten in de Goede Week met ervaringen van hemzelf én van Gerda. “Lekker vlot misje” was een groot compliment uit zijn mond.

Bisschop Glazemaker ging niet over één nacht ijs, sommige processen hadden tijd nodig. Zo heeft het lang geduurd voordat hij zich uitsprak voor de toelating van vrouwen tot het ambt, maar eenmaal overstag, stond hij er voor. Pastoraal van toon is dan ook weer de Herderlijke Brief “Ambt in de branding”, waarin de bisschoppen verantwoording gaven van hun beslissing het ambt open te stellen. Een half jaar voor zijn emeritaat wijdde hij zelf nog de eerste vrouw tot priester en trok daarmee de volle consequentie van het besluit. Wel heeft hij zeer betreurd dat de koerswijziging binnen de Unie van Utrecht uiteindelijk leidde tot het vertrek van Pools Nationale Katholieke Kerk van Amerika uit de Unie. Binnen de Unie was er een speciale verbinding tussen Utrecht en Bern, met de Zwitserse bisschop Hans Gerny was een bijzondere vriendschap gegroeid. Hij bezocht bisschop Glazemaker nog een paar weken geleden.

Bisschop Glazemaker en ik deelden de liefde voor muziek en cabaret, op verschillende momenten in ons bestaan werden er dan ook wederzijds verzen gemaakt. Een van de mooiste creaties van Glazemaker was Hendrik-Jan de Tuinman compleet met pet en grashark, die commentaar gaf op het kerkelijk leven. Op 12 februari 2000 overhandigde Antonius Jan aan het einde van een viering aan de deken de bisschopsstaf van Utrecht, die vervolgens werd neergelegd op het rustaltaar van de kathedraal. Ik zat toen in de kerk met een brok in de keel.  Wanneer we hem straks uitdragen, zal dat wel weer het geval zijn.

Adieu Oud-baas. Dank voor je vriendschap.

Emile Verhey, 20 -01-2018