Inspiratiebericht voor zondag 25 september (zondag na Pinksteren 21)
Wat een pijnlijke gelijkenis, in deze tijd dat wij die over het algemeen rijk zijn met een dak boven ons hoofd en voldoende te eten ons geen raad weten met de vluchtelingen die bij Ter Apel buiten slapen. Zij liggen als het ware voor onze poort, maar wij kunnen niet op hen toegaan: wat kunnen wij, kleine mensen, met deze realiteit?
Ieder zondag vieren we in onze kerk. Dat doen we met een Eucharistieviering of met een Dienst van Schrift en Gebed. Iedere zondag? Nee, als de vierde zondag een zogenaamde ‘groene zondag’ is, dan is er geen dienst in onze kerk. Nu komt dat niet zo vaak voor in een jaar, want in de advent, de kerstijd, de veertigdagentijd en de paastijd vieren we ook op de vierde zondag.
Om toch wat inspiratie mee te geven in de aanloop naar een ‘groene vierde zondag’ onderstaande tekst.
Wij hopen dat u op deze manier (en wellicht viert u deze zondag online mee met de viering in de kathedraal) iets van de zondag kunt vieren.
Een goede en gezegende zondag gewenst en met hartelijke groet,
uw pastores
Lucas 16, 19-31
In gesprek met de Farizeeën vertelde Jezus volgende gelijkenis: ‘Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren.
Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!” De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’
Overweging
Het was een man zonder naam, die Jezus opvoert als een rijke in deze gelijkenis. De bedelaar echter heeft een naam: Lazarus, en daarin klinkt door ‘God helpt’. Door de gelijkenis zo te beginnen, is de toon gezet. De arme heeft een naam en een gezicht, is een persoon. Maar die rijke, dat kan iedereen zijn… In het gesprek dat Jezus voert, laat hij zijn gesprekspartners in de spiegel kijken. Zo gedragen jullie je in het hier en nu, in het hiernumaals. En dat leidt tot omgekeerde verhoudingen in het hiernamaals: een grote kloof tussen rijk en arm wordt een grote kloof tussen arm en rijk. Zalig de armen, want zij zullen rijk zijn bij God. Spreekt Jezus niet veel meer over hoe het nu zou moeten zijn dan over hoe het na onze dood zal zijn? Laat hij in deze gelijkenis niet pijnlijk voelen wat er met je gebeurt als je iemand voor jouw poort laat liggen creperen? Want in het hier en nu is er een poort waar je door kunt gaan, je kunt op de arme toegaan. Maar de rijke doet het niet – hij heeft aan zichzelf genoeg. En dan, in het hiernamaals, is het te laat: de kloof is onoverkomelijk groot. Het is niet zijn fout, dat hij rijk is -het is zijn fout dat hij zich opsluit in zijn eigen rijke bubbel en onbereikbaar blijft voor wie een beroep op hem doet.
Wat een pijnlijke gelijkenis, in deze tijd dat wij die over het algemeen rijk zijn met een dak boven ons hoofd en voldoende te eten ons geen raad weten met de vluchtelingen die bij Ter Apel buiten slapen. Zij liggen als het ware voor onze poort, maar wij kunnen niet op hen toegaan: wat kunnen wij, kleine mensen, met deze realiteit?
In feite helemaal niets, tenzij we politici zijn of in het vluchtelingenwerk actief meewerken. Van ons vraagt deze gelijkenis misschien eerder een nieuwe innerlijke houding dan iets wat wij concreet kunnen doen. Een innerlijke houding waarin wij niet genoeg aan onszelf hebben, waarin wij oog hebben voor wie in onze eigen directe omgeving pijn lijdt, eenzaam is. En dat we dan wel met aandacht doen wat binnen ons vermogen ligt: door de poort op onze medemens toegaan. Want dat is onze broeder, onze zuster en door onze aandacht en daadkracht groeit de verbondenheid. Als we nú door de poort op die ander toegaan, breekt nú het Rijk van Gods menslievendheid toe – iedere keer een stukje meer.
Want na ons leven opkomen voor onze eigen broers en zussen (en ja, dat doet de rijke man: maar weer enkel en alleen voor de eigen familiekliek…) helpt geen zier, als we tijdens ons leven geen oog hebben voor onze naaste die lijdt. Jezus daagt de Farizeeën en ook ons uit, om tijdens ons leven recht te doen aan de naaste en verder te kijken dan ons eigen, vertrouwde en veilige wereldje.
Assisterend pastoor Leonie van Straaten
Naar psalm 146
in de bewerking van Lloyd Haft
Love de ziende wat nog leeft in mij.
Zolang ik leef, wordt u nog niet verzwegen.
En als mijn adem overgaat
keren mijn gedachten terug: bij u in aarde.
Gelukkig wiens hoop niet keert
bij de heuvelrand, maar blijft
tot waar de ogen opengaan.
Gebed van de dag
Gij ontfermt U over allen, God,
alles is van U en Gij zijt vol liefde voor al wat leeft.
De onaanzienlijke beziet U met mededogen
en brengt de zondaar met zachtmoedigheid
op het rechte pad.
Breng ons allen bijeen in uw Rijk.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U in de eenheid van de heilige Gees
leeft en leven geeft in de eeuwen der eeuwen.