Ja, waar gebeurt het, wie heeft het in de vingers, de kracht van inspiratie? Onlangs kwam ik in de trein naast een dame te zitten van rond de 40. Er ontstond een gesprek. Het gezin had een aantal jaren in Latijns Amerika gewoond.
Ieder zondag vieren we in onze kerk. Dat doen we met een Eucharistieviering of met een Dienst van Schrift en Gebed. Iedere zondag? Nee, als de vierde zondag een zogenaamde ‘groene zondag’ is, dan is er geen dienst in onze kerk. Nu komt dat niet zo vaak voor in een jaar, want in de advent, de kerstijd, de veertigdagentijd en de paastijd vieren we ook op de vierde zondag.
Om toch wat inspiratie mee te geven in de aanloop naar een ‘groene vierde zondag’ onderstaande tekst.
Wij hopen dat u op deze manier (en wellicht viert u deze zondag online mee met de viering in de kathedraal) iets van de zondag kunt vieren.
Een goede en gezegende zondag gewenst en met hartelijke groet,
uw pastores
Marcus 9,38-48
Johannes zei eens tegen Jezus: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons. Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden. Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur. Als je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. En als je oog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft
Overweging
Ja, waar gebeurt het, wie heeft het in de vingers, de kracht van inspiratie? Onlangs kwam ik in de trein naast een dame te zitten van rond de 40. Er ontstond een gesprek. Het gezin had een aantal jaren in Latijns Amerika gewoond. Hij werkte er als adviseur voor een landbouwproject en zij was actief geweest in de begeleiding van basisgemeenschappen. Van kerken wist zij niet veel af en geloven was voor haar niet weggelegd. Zij had wel bewondering voor de bevrijdingstheologen die zij daar via het basiswerk had ontmoet. Er ging een kracht en vernieuwing van uit, vertelde zij in ons gesprek. Ik besefte achteraf: hier was meer aan de hand dan een gesprek, hier had een ontmoeting plaats gevonden, een stukje openbaring: Gods koninkrijk gaat niet alleen door mijn handen, de Geest bindt zich niet aan een kerk.
Of neem nu de in 2008 verschenen ‘’oproep tot vrede door dialoog’’, een boodschap uitgesproken door voorgangers van de moslims, de christenen en de joden in Nederland: ‘Groepen binnen religies die geweld gebruiken, vertroebelen onze inzet voor vrede en rechtvaardigheid. Vanuit onze godsdiensten moet de roep klinken om vredestichters te zijn. De dialoog leert ons samen te werken en in te gaan op de uitdagingen in de samenleving zowel dichtbij als ver weg. Historische, culturele en religieuze verschillen wissen we niet uit, maar vormen de basis waarop we samenwerken zodat vrede mogelijk wordt. Eenheid in verscheidenheid. Vrede is een wens die aanwezig is in iedere mens. We horen het als wij luisteren naar ons hart. Wie het hoort, hoort de stem van de ander.’ Ontroerend dat de handen in elkaar worden geslagen, nood samen brengt, tot de essentie en niet als een versplintering werkt!
‘Meester we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten’, zei Johannes, een van de twee donderzonen zoals hij en zijn broer Jakobus genoemd werden (Marcus 3,17). Wanneer hoort een mens bij Jezus… Zou Jezus niet blij geweest zijn omdat mensen bevrijd werden van demonen? Wanneer verheugen wij ons en gunnen het koninkrijk Gods zijn volle wasdom? Wie plaatsen wij centraal, ons zelf, ons clubje, onze kerk,…?
Piet Coemans
De hoeksteen (naar psalm 45)
Kom, broeders, laat ons blij getuigen
God is de bron die helder in ons vloeit.
God is het levend woord dat uit ons op moet stijgen,
God is het zuiver vuur, de Geest die ons doorgloeit.
Hij bouwt met ons een huis, wij gaan tezamen wonen,
van iedere nieuwe stad zal Hij de hoeksteen zijn.
Hij heeft zijn broeders lief, tot tranen toe bewogen,
en zegenend voedt Hij ons met brood en wijn.
Zo is Hij mens met ons, wie zal het ooit begrijpen,
Hij is de grote Andere, ons hart verstaat Hem niet.
Maar waar Hij nader komt, moet alle kleinheid wijken,
Hij tilt ons moeiteloos uit ieder wrang verdriet.
En als Hij tot ons spreekt gaan alle monden zingen,
een diepere verrukking grijpt ons lichaam aan.
Wij zijn de veel geliefden. God blijft de namen noemen
van allen die met Hem aan tafel gaan.
(A.Dierick, Samenkomen, psalmen in deze tijd))